De 11 van Amsterdam

Naast de bestuurskamer hing jarenlang een plaquette met 11 namen van mannen die als verzetsheld in de Tweede Wereldoorlog zijn gestorven. Zij waren allen lid van AH&BC.

Enkel namen, verdere informatie was niet bekend.


De plaquette is in 2021 verplaatst naar buiten, naast de ingang van het clubgebouw; voor iedereen zichtbaar. Op 4 mei 2021 is de plaquette onthuld tijdens een plechtige ceremonie in het bijzijn van de besturen van AH&BC en van de Vrienden van AH&BC. 


Over deze mannen, "De 11 van Amsterdam”, zijn sinds 2021 verhalen aan de oppervlakte gekomen. 

Inmiddels, eind 2022, kunnen we stellen dat het 4 mei comité zijn eerste doelstellingen heeft bereikt. De namen hebben gezichten gekregen. Wat bekend is geworden over de '11 van Amsterdam' wordt hieronder beschreven. Wellicht kunnen de gezichten nog verder worden ingekleurd met informatie, daarvoor houden we ons aanbevolen.

Het Bestuur vindt dat ieder jaar op 4 mei deze gevallenen herdacht moeten worden. Zij brachten immers het ultieme offer voor onze vrijheid!


Voor iedere herdenking zijn we op zoek naar een team of enkele (jeugd)leden die tijdens de 4 mei plechtigheid een verhaal/gedicht willen voordragen. Er zijn genoeg mogelijkheden. We kijken uit naar jullie reactie!


Laat het vooral weten als je interesse of aanvullende informatie hebt!



De herdenking op 4 mei 2022 werd in aanwezigheid van bestuursleden, het bestuur van de Vrienden van Amsterdam en veel leden van Amsterdam gehouden. Voorzitter Marc Staal herdacht de gevallenen tijdens een speech:


"Welkom leden, VvA leden, en betrokkenen. Vandaag staan we hier stil bij 11 van onze leden. En dat in een tijd waarin er opnieuw een oorlog woedt op het Europese continent en we dagelijks geconfronteerd worden met de verschrikkingen die dat met zich meebrengt. De talloze burgerslachtoffers, de verwoesting van een trots land en het enorme aantal vluchtelingen zorgen voor onnoemelijk veel verlies en verdriet. En tegelijk zien we ook de moed en vastberadenheid van hele gewone mensen in Oekraïne om voor de vrijheid en soevereiniteit te vechten tegen het geweld van een binnendringende totalitaire staat. Een voorbeeld voor ons dat we de vrijheid en de democratische rechtstaat, die we vaak zoals vanzelfsprekend ervaren, moeten koesteren en verdedigen; net als de 11 van Amsterdam dat hebben gedaan.

11 leden. Ze zijn een spiegelbeeld van ons ledenbestand van vandaag. Net zoals wij zijn ze scholieren, zonen, studenten, vaders, hockeyliefhebbers, veteranen en ook tophockeyers.

Maar niet helemaal zoals wij. Want ze hebben hun leven geofferd toen het nodig was om op te staan tegen de bezetter. Om ervoor te zorgen dat wij in vrijheid mogen leven. Hun verhalen zijn een inspiratie voor ons."



De 11 van Amsterdam


Wim Schreuder was scholier van het Montessori Lyceum en werd gearresteerd omdat hij na zijn eindexamen had verzuimd zich te melden voor de ‘Arbeitseinsatz’, de tewerkstelling in Duitsland. Zijn vader, die probeerde hem vrij te krijgen, vervoegde zich daarvoor bij het hoofdkwartier van de SD in de Euterpestraat (nu de Gerrit van der Veenstraat), maar Wim was al op transport gesteld naar kamp Amersfoort. Vervolgens reisde zijn vader hem achterna. In Amersfoort bleek echter dat Wim al op weg was naar Duitsland. Daar is hij op 21-jarige leeftijd in concentratiekamp Neuengamme, Duitsland omgekomen.


Of Rob Kuhn, leerling op het Amsterdams Lyceum en koerier van het illegale blad "De Wegwijzer”. Hij wist het na verraad van zijn verzetsgroep in eerste instantie te ontsnappen, maar werd later toch gepakt. Hij stierf op de leeftijd 18 jaar in de concentratiekamp Wöbblingen.

Naast scholieren zijn de meesten van dit 11- tal studenten – ze hockeyden in hun jeugd op Amsterdam, en gingen tijdens hun studententijd in het verzet.


Zoals Carl Frederik Jibben, die Engelandvaarder was.


Of At Schoon, hij werd als student gearresteerd op 28 mei 1942 wegens spionage en het bezit van een zender. Hij overleed tijdens een dagenlange voetreis naar concentratiekamp Neuengamme.


Theo Roest van Limburg is als 23-jarige Amsterdamse koerier gestorven in een sneeuwstorm terwijl hij de Waal over roeide met de opdracht om de salarissen van het stakende spoorwegpersoneel uit te betalen.


Jan Pleyte was 19 toen hij en zijn broer Anton de CS6 groep vormden – CS6 is vernoemd naar de Corellistraat 6, het huis van een vriendin waar ze vergaderden in de kelder om sabotage voor te bereiden. De groep is verraden in 1943 toen Jan 20 was. Hij stierf in Dachau 2 jaar later.


En Jan van Twisk, die in Nederlands-Indië is gestorven.


Pieter Roodenburgh was student scheikunde aan de UvA. Hij was een hockey International die 7 jaar in Heren 1 speelde. Nadat de Duitsers binnenvielen, sloot Pieter zich aan bij de knokploeg Amsterdam, een verzetsorganisatie die distributiekantoren, arbeidsbureaus en bevolkingsregisters overvielen om onder meer distributiebonnen en persoonsbewijzen te bemachtigen. Hij is einde 1944 gefusilleerd in Uitgeest op de leeftijd van 26 jaar, als represaillemaatregel, samen met 2 andere verzetsstrijders.


Tot slot waren er drie leden van de 11 die later bij Amsterdam hockeyden.


Zoals Thijs Cohen Tervaert, een Delfts student die ook ijshockey speelde – hij was actief in het verzet en overleed in Buchenwald.


Just Montijn was in militaire dienst in 1939 toen hij lid van AH&BC werd – en zo nam hij dus in actieve dienst aan de oorlog deel in de Mei-dagen van 1940. Op patrouille in de Saenredamstraat te Haarlem werd hij door een "verdwaalde" kogel getroffen.


En het laatste lid van de 11 is Frits.


Frits van Nierop was Directeur van de Amsterdamsche Bank. Een vader van drie kinderen met veel verbinding met AH&BC. – hij regelde actief onderduikadressen en persoonsbewijzen door het lichten van persoonsgegevens uit het Bevolkingsregister van Amsterdam. In mei 1943 werd hij als reserveofficier opgeroepen voor terugkeer in Duitse krijgsgevangenschap. Hij weigerde dit en dook onder in zijn eigen woning. Frits was aan het wandelen op de Apollolaan met zijn kind van één jaar oud (daar waar nu het Hilton Hotel staat), toen hij opgepakt werd. Een week later werd hij gefusilleerd op de Amsteldijk samen met 52 andere mannen; als represaille voor de aanslag op een Duitse officier. Zijn vierde kind werd twee weken later geboren. 



Vandaag willen we deze 11 – studenten, vaders, zonen, helden – herdenken en eren. We zijn als Amsterdammers met hen verbonden. We zijn dankbaar voor hun daden.


Ik wil sluiten met de woorden van de familie van At Schoon over hun zoon. Ik denk dat deze woorden van toepassing zijn voor alle 11 van Amsterdam:

"Hij zette vastberaden zijn veelbelovend, jong leven voor het Vaderland op het spel en was velen voor en na zij gevangenneming ten voorbeeld."


Het gedicht dat bij deze herdenking door Bonnie Groenemeijer werd voorgedragen is van Ron Schröder, (ca.1990)


Niet vergeten


Ik heb de doden nooit gezien,

De angst, de massagraven,

Ik heb de honger niet gekend,

De kille, grauwe dagen.

Ik heb de cellen niet gezien,

Ik heb geen vriend verloren,

Ik heb er niets van meegemaakt,

Ik ben daarna geboren.

Maar ik heb de foto’s wel gezien,

Van stukgeschoten huizen,

Het grijze oorlogsmonument,

De reeksen witte kruisen.

Wat hebben wij ervan geleerd,

De oorlog blijft ons dreigen.

Daarom zal ik op de vierde mei

Toch eerbiedig blijven zwijgen.




Theo Roest van Limburg - De Waalcrossing

Geboortedatum en -plaats: 5 juli 1922, Ginneken en Bavel

Sterfdag en -plek: 7 januari 1945 (23 jaar oud), Heesselt/Hurwenen

Beroep: Leerling machinist bij de NS, afd. Rietlanden in A'dam

Begraafplaats: Het lichaam van Theo is nooit gevonden

Lid geworden bij AH&BC: 1935

Verbinding met AH&BC: Theo werd op 12 jarige leeftijd van AH&BC. Hij was een jeugdspeler. 


Zijn verhaal
Op 7 januari 1945 kregen een tweetal leden van een verzetsgroep uit Zaltbommel, Auke Mollema en Henk van Drunen, de opdracht twee Amsterdamse koeriers, Frits Maandag en T. Roest van Limburg, op te halen uit het Bommelse Veld en hen per fiets naar Hurwenen te brengen. Van daaruit zouden ze d.m.v. een dubbele crossing over de Waal in de richting Land van Maas en Waal worden vervoerd. Tijdens een opgestoken sneeuwstorm op de terugtocht over de rivier sloeg de (roei)boot om en zes personen verdronken: schipper Henk van Drunen uit Hurwenen, Auke Mollema en de koeriers Frits Maandag en Theo Roest van Limburg. Ook twee extra passagiers viel hetzelfde lot ten deel: Piet Bakker, die na internering in het kamp Amersfoort rondzwierf in een poging zich te herenigen met zijn Nijmeegse familie en de 22-jarige Henk van Stuyvenberg uit Zaltbommel, die het bevrijde Brabant wilde bereiken. 


De vader van Theo: "Mijn enige zoon Theo is in de nacht van 3 op 4 januari 1945 te omstreeks vier uur vertrokken naar de Bommelerwaard. Ik wist dat hij naar Zuilichem ging, met de persoonlijke opdracht van mij, zich in verbinding te stellen met Prins Bernhard en Generaal Kruls, die ik van nabij ken. De opdracht ging over het door de Nederlandsche Bank te betalen salarissen en lonen van het stakende spoorwegpersoneel".


Lees hier meer over het verhaal van Theo Roest van Limburg.




Frederik Salvador van Nierop

Geboortedatum en -plaats: 21 juni 1910 in Amsterdam

Sterfdag en -plek: 8 maart 1945 (34 jaar) in Amsterdam

Beroep: Directeur bijkantoor Amsterdamsche Bank in Amsterdam

Begraafplaats: Erebegraafplaats te Bloemendaal, grafvak 38

Lid geworden bij AH&BC: 1939


Zijn verhaal

Vanaf 1943 verzorgde Van Nierop als lid van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers onderduikadressen, distributiestamkaarten en persoonsbewijzen voor onderduikers. Tevens hielp hij bij het lichten van persoonsgegevens uit het Bevolkingsregister van Amsterdam. In mei 1943 werd hij als reserveofficier opgeroepen voor terugkeer in Duitse krijgsgevangenschap. Hij weigerde dit en dook onder in zijn eigen woning. Dit was mogelijk omdat hij getrouwd was met een niet-Joodse vrouw. 

Van Nierop was ook lid van de Ordedienst (OD), een landelijke illegale organisatie die voor een deel was ontstaan in militaire kringen. Eind 1944 raakte hij betrokken bij de administratie, financieel beheer en distributie van het illegale blad The London News, waarin zijn neef actief was. 


Op 28 februari 1945 werd Van Nierop voor zijn woning gearresteerd en ingesloten in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans. Hij werd op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles. 

Op 8 maart werd hij als represaille voor de -overigens onbedoelde- aanslag op de Höhere SS- und Polizeiführer in Nederland Rauter met 52 andere mannen bij de Amsteldijk gefusilleerd. Hun lichamen werden op bevel van de bezetter provisorisch begraven in massagraven in de duinen bij Overveen.


Lees hier meer over het verhaal van Frederik Salvador van Nierop.




Jan Dirk Pleyte

Geboortedatum en -plaats: 14 maart 1923 te Amsterdam

Sterfdag en -plek: 19 april 1945 te Dachau (22 jaar)

Beroep: Student

Begraafplaats: Erebegraafplaats te Bloemendaal

Lid geworden bij AH&BC: nog onbekend


Zijn verhaal

Wanneer je Jan Dirk Pleyte herdenkt, herdenk je direct zijn broer Anton (Ton) Marinus Pleyte. De broers zijn twee schuchtere scholieren die snel volwassen worden en als zelfverzekerde studenten de oorlog in worden gezogen. In 1942 worden de broers Pleyte lid van de verzetsgroep CS-6 in Amsterdam. Ze maakte onder andere bommen waarmee ze aanslagen pleegde op Duitsers, strategische gebouwen.

Jan en Ton zijn jong, kordaat en strijdbaar totdat het noodlot toeslaat. De gehele CS-6 groep wordt op 2 augustus 1943 opgerold als gevolg van het doorslaan van een gearresteerd CS-6 lid. Bij deze arrestatie worden negentien jonge mensen opgepakt, waaronder Ton en in de duinen bij Overveen gefusilleerd en in een massagraf begraven.

Jan werd op 26 mei 1944 gearresteerd en op transport gezet naar Vught en later naar Dachau. Hij verbleef daar als "Schutzhaeftling" (politieke gevangene) met nummer 68873 in Block 30, dat deel uitmaakte van het "Krankenrevier". Jan wordt ziek door ondervoeding en infecties en stierf vlak voor het eind van de oorlog op 19 april 1945 aan vlektyfus.


Achtergrondinformatie

'CS-6' was de naam van een linkse Amsterdamse verzetsgroep in de Tweede Wereldoorlog. De naam is afkomstig van het adres waar de groep haar oorsprong vond: Corellistraat 6 te Amsterdam.


Lees hier meer over het verhaal van Jan Dirk Pleyte.




Pieter Arnold Roodenburgh

Geboortedatum en -plaats: 14 maart 1918 te Watergraafsmeer

Sterfdag en -plek: 17 december 1944 (26 jaar), Uitgeest

Beroep: Student Scheikunde aan de UvA

Begraafplaats: Overveen

Verbinding met AH&BC: Pieter speelde in totaal zeven seizoenen in Heren 1 en werd in 1938 landskampioen. Hij groeide uit tot snelle rechtsbuiten en international.

Onderscheiding Postuum: De Bronzen Leeuw 1949


Zijn verhaal
Op 5 mei 1940 speelt hij, naar later zou blijken, zijn laatste interland. In Brussel verliest Oranje met 4-3 van België. Tien dagen later vallen de Duitsers Nederland binnen. Hoewel het spelen van interlands door de oorlog in Europa daarna niet meer mogelijk is, draait de nationale competitie wel door.


Naast het hockey studeert Roodenburgh scheikunde aan de Universiteit van Amsterdam. Als hij in 1943 bijna is afgestudeerd, weigert hij de door de Duitse bezetter verlangde loyaliteitsverklaring te ondertekenen. Hierin verklaren de studenten dat zij instemmen ‘zich te onthouden van iedere tegen het Duitse Rijk, de ‘Wehrmacht’ of de Nederlandse autoriteiten gerichte handeling’. Wie weigert, kan zijn of haar studie niet meer voortzetten en dreigt tewerkstelling in Duitsland. 

Roodenburgh probeert naar het vrije Engeland te vluchten. Als dat mislukt, wijkt hij uit naar het neutrale Zwitserland. Na een helse tocht waarbij hij bijna omkomt in een sneeuwstorm komt hij in contact met generaal Van Tricht. Deze militaire attaché onderhoudt via de zogenoemde Zwitserse Weg contact met spionagegroepen in Nederland. Via deze route worden onder meer waardevolle inlichtingen, microfilms, spionageberichten en personen via Zwitserland naar Engeland vervoerd. 

In Londen zit de Nederlandse regering in ballingschap en die wil weten wat er in het vaderland gebeurt. Roodenburgh, die gaat werken als koerier, smokkelt onder meer gegevens van de V1, het Duitse raketsysteem, naar Zwitserland. Op deze levensgevaarlijke reizen worden de documenten en microfilms bijvoorbeeld in de zomen van de kleding genaaid of verstopt in schoenen. Na de geallieerde invasie op 6 juni 1944 zijn de koeriersdiensten via Zwitserland niet meer mogelijk. Roodenburgh sluit zich aan bij de knokploeg Amsterdam, een verzetsorganisatie die distributiekantoren, arbeidsbureaus en bevolkingsregisters overvallen om onder meer distributiebonnen en persoonsbewijzen te bemachtigen.


Roodenburgh was betrokken bij wapendroppings en per aardappelschuit bracht hij wapens over. In opdracht van het recherchebureau van de knokploeg kwam hij in contact met de provocateur Henneicke. Deze bleek lid te zijn van de Sicherheitspolizei. Door diens toedoen werd Roodenburgh op 17 november 1944 in een café in Amsterdam gearresteerd. Hij werd naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans gebracht en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles. Enkele weken later werd hij met twee andere verzetsmensen in Uitgeest gefusilleerd als represaille voor het opblazen van de spoorlijn bij Uitgeest. Hun lichamen werden op bevel van de bezetter in een gezamenlijk graf in de duinen bij Overveen begraven.


Lees hier meer over het verhaal van Pieter Arnold Roodenburgh.




Matthijs Carel Cohen Tervaert

Geboortedatum en -plaats: 22 februari 1915 te Den Haag

Sterfdag en -plek:1 januari1945 te Buchenwald (29 jaar)

Beroep: Student

Begraafplaats: 

Lid geworden bij AH&BC: 1932


Zijn verhaal

Matthijs is op 11 februari 1915 geboren in Den Haag. Jozef Marie Theodoor Cohen Tervaert, zijn vader, was bankdirecteur. Hij kwam met zijn gezin in 1921 naar Amsterdam gekomen, als directeur van de Hollandsche Bank Unie N.V.


Hij studeerde Rechten vanaf oktober 1935 in Leiden. Roeide bij Njord (stuurman), behaalde zijn doctoraal in juni 1940 en liet zich in augustus 1940 weer in Amsterdam inschrijven op het ouderlijk adres. Hij werkte bij een bank. Zijn vader verhuisde in augustus 1940 naar Doorn, Matthijs bleef in Amsterdam.


Hij was al vroeg met ijshockey begonnen. In 1932 was hij lid geworden van de Amsterdamse IJs Hockey Club. Hij schopte het in 1936/1937 tot international. In totaal kwam hij 10 keer uit voor het nationale team, dat de Blauwe Zes werd genoemd. Het blijft natuurlijk opmerkelijk hoe hij is Leiden kon studeren en de winters kon ijshockeyen in Amsterdam, waarschijnlijk toen bij zijn ouders logerend.


Thijs moest zijn joodse origine en zijn verzetsactiviteiten op 1 januari 1945 in Buchenwald met de dood bekopen. Hoe hij met verzetsactiviteiten in aanraking kwam is onbekend, maar wellicht via de international Hans Gerritsen -beter bekend als verzetsstrijder Hans Teengs Gerrittsen- die speelde bij de Haagse IJshockeyclub. Maar dat blijft speculeren.


Matthijs Cohen Tervaert heeft vanaf 26 november 1943 gevangen gezeten in Kamp Vught. Daarna tot 13 september 1944 zat hij in Kamp Westerbork. Vanaf 13 september 1944 is Matthijs Carel Cohen Tervaert getransporteerd naar Bergen-Belsen en daarna naar Buchenwald.




Carel Frederik Jibben


Geboortedatum en -plaats: 2 maart 1920, te Amsterdam

Sterfdag en -plek: 26 november 1943 te Esterwegen Hummling Landkreis Aschendorf-Hümmling, Duitsland (23 jarige leeftijd)

Beroep: Kantoorbediende

Begraafplaats: Ehemaliges Gefangenen Friedhof am Küstenkanal te Esterwegen 32

Lid geworden bij AH&BC: 1933


Zijn verhaal
Carel Frederik was een 'Engelandvaarder'. Op 4 januari 1939 is hij goedgekeurd voor militaire dienst. Na de capitulatie werd hij op 7 juni 1940 met groot verlof gestuurd.

Hij is op 20 augustus 1942 in België gearresteerd door de Duitsers in zijn poging om uit te wijken naar Engeland. Door een Duits gerechtshof in Luik veroordeeld tot 6 jaar tuchthuisstraf. Via Antwerpen en Brussel werd hij overgebracht naar Esterweke (Duitsland), waar hij op 26 november 1943 overleed aan de ontberingen.


Carel Frederik Jibben was redactielid van het clubblad AH&BC dat op 14 september 1939 voor het eerst verscheen. Zijn zus -Jet Jibben- was keepster voor het Dames 1-team, waarmee zij Nederlands kampioen werd.




Robert Johan Kühn

Geboortedatum en -plaats: 2 juni 1926 in Soerabaja, Indonesië
Sterfdag en -plek:
 25 april 1945 in Wöblingen bij Ludwiglust (18 jaar)
Beroep: leerling
Begraafplaats:
Lid geworden bij AH&BC: 1939


Zijn verhaal

Hij was verbonden aan het illegale blad "De Wegwijzer", eerst als bezorger, later als hoofd van de financiële afdeling Zuid. Enkele malen assisteerde hij 's nachts bij het drukken van het blad. 

Door verraad werd zijn groep 'opgerold'. Het gelukte hem echter te ontkomen, doch na verloop van tijd werd hij, tijdelijk verblijvend in Amsterdam, door de landwacht gearresteerd en aan de SD uitgeleverd.

Na één maand in de gevangenis aan de Weteringschans volgde overbrenging naar Amersfoort. Met het laatste transport dat Holland verliet werd Rob gestuurd naar Neuengamme en vandaar kwam hij via verschillende kampen uiteindelijk terecht in het concentratiekamp Wöblingen bij Ludwigslust.

Volgens overlevenden is hij daar, volkomen verzwakt en uitgehongerd, omstreeks 25 april 1945 aan dysentrie overleden.




Arthur Alexander Schoon

Geboortedatum en -plaats: 2 mei 1920 te Amsterdam

Sterfdag en -plek: 10 april 1945 te Kdo. Sandbostel, Neuengamme (24 jaar oud)

Beroep: Student 

Begraafplaats: Sandbostel, Kriegsgräberstätte

Lid geworden bij AH&BC: 1932


Uit Algemeen Handelsblad 02-10-1945

Heden vernamen wij van één zijner laatste vrienden en lotgenoten, dat wij niet meer mogen hopen op den terugkeer van onzen lieven zoon en zwager

Arthur Alexander Schoon

Jur. candidaat te Leiden, geboren 2 mei 1920, sedert Mei 1942 politiek gevangene en in April 1945, hopeloos verzwakt en ziek, uitgevallen aan het einde van een dagenlange voetreis van Farge naar Bremervörde op weg naar Neuengamme. Hij zette vastberaden zijn veelbelovend, jonge leven voor het Vaderland op het spel en was velen voor en na zijn gevangenneming ten voorbeeld.




Willem Leendert (Wim) Schreuder

Geboortedatum en -plaats: 6 september 1923 te Dordrecht

Sterfdag en -plek: 14 oktober 1944 te Neuengamme (21 jaar oud)

Beroep: Student Rechten

Begraafplaats: Hij heeft geen graf.

Lid geworden bij AH&BC: 1939

 

Wim, geboren in Dordrecht, kwam op 25 augustus 1942 op het Montessori Lyceum in de zesde klas gymnasium alfa, nadat hij op het Hervormd Lyceum was gezakt voor zijn eindexamen. Uit de overgebleven verslagen blijkt dat hij een goede leerling was, met ruim voldoende cijfers voor alle vakken. In lichamelijke oefening was hij een uitblinker. In 1943 behaalde hij op het Montessori Lyceum alsnog zijn diploma.


Wim werd gearresteerd omdat hij na zijn eindexamen had verzuimd zich te melden voor de ‘Arbeitseinsatz’, de tewerkstelling in Duitsland. Zijn vader, die probeerde hem vrij te krijgen, vervoegde zich daarvoor bij het hoofdkwartier van de SD in de Euterpestraat (nu de Gerrit van der Veenstraat), maar hij was al op transport gesteld naar kamp Amersfoort. Vervolgens reisde zijn vader hem achterna. In Amersfoort bleek echter dat Wim al op weg was naar Duitsland. Daar is hij op 21-jarige leeftijd in concentratiekamp Neuengamme, Duitsland omgekomen.

Bron: "Kom vanavond met verhalen” Het Montessori Lyceum in de oorlogsjaren (publicatie 2008).


- Geplaatst door Rolf Schoevaart op 15 december 2019.


Verhaal door Liesbeth (E.T.) Schreuder

"Willem (Wim) Schreuder - student Rechten, thuiswonend - was 20 jaar toen hij werd gearresteerd door een persoon in burger op het Stationsplein in Amsterdam. Dat was zaterdag 26 augustus 1944 aan het begin van de avond. Na drie dagen in het politiebureau werd hij dinsdag per trein doorgestuurd naar kamp Amersfoort, vanwaar hij op zijn 21ste verjaardag een brief stuurde."




Jan van Twisk

Geboortedatum en -plaats: 28 augustus 1927

Sterfdag en -plek: 21 december 1948 in Nederlands-Indië (21 jaar oud)

Beroep: dienstplichtig soldaat

Begraafplaats: onbekend in Surabaya

Lid geworden bij AH&BC: 1935

Verbinding met AH&BC: Maakte deel uit van de redactie AH&BC Berichten


Zijn verhaal

Jan was dienstplichtig soldaat van de lichting 1927. Hij werd met vele anderen aangewezen voor de Politionele-acties in Nederlands-Indië. Hij kon niet gelijk met zijn bataljon van de Prinses Irene Brigade naar Nederlands-Indië vertrekken omdat hij een blindedarmontsteking kreeg waarvoor hij geopereerd moest worden.

Het 4e GardeRegiment Prinses Irene vertrok op 04-06-1947 op het motorschip Tabinta vanuit Amsterdam naar Nederlands-Indië. Jan vertrok eerst op 30-07-1947 met het stoomschip Volendam van de Holland Amerika Lijn met 2.000 manschappen vanuit Rotterdam naar Nederlands-Indië.

De Nederlandse troepenopbouw in Indonesië ging stap voor stap. Ten tijde van de 1e grote operatie, de zogeheten Eerste Politionele Actie (juli – augustus 1947), waren er 2 bataljons van het regiment op Java gelegerd. Dat waren 3 GRPI en 4 GRPI. Deze afkorting staat voor: 4e Garderegiment Prinses Irene.


Jan is omgekomen bij een ongeluk met een Brencarriër. Hij is de enige Castricummer die niet terugkeerde van de Politionele-acties in Nederlands-Indië.





Just (J.A.K.) Montijn

Geboortedatum en -plaats: 17 november 1919

Sterfdag en -plek: 13 mei 1940 te Haarlem

Beroep: dienstplichtige soldaat

Begraafplaats: onbekend 

Lid geworden bij AH&BC: 1939


Zijn verhaal

Just kwam in 1939 bij de mobilisatie op en werd te Woerden bij de vesting-artillerie ingedeeld; October d.a.v. als sergeant overgeplaatst naar de motordienst te Haarlem voor opleiding reserve-officier. Zo nam hij dus in actieve dienst aan de oorlog in de Mei-dagen van 1940 deel. Op patrouille in de Saenredamstraat te Haarlem door een "verdwaalde" kogel getroffen. Hij stierf vier uren daarna in de nacht van 12 op 13 mei 1940.

Een eenvoudige trouwe jongen, op wien men steeds aan kon. Wij hadden nog zoveel van hem verwacht.

Agenda

Share by: